"Hij neemt gewoon niks van me aan!" hoor ik veel machteloze ouders verzuchten. "Hij weet het allemaal beter: 'Maar van de juf hoeft dit nooit!' en 'Jij snapt er niks van!' en 'Van de juf mag ik na 20 minuten stoppen met rekenen, ook al heb ik maar één som gemaakt!'". "Als het aan hem ligt doet hij gewoon helemaal niks!" En eerlijk is eerlijk, als moeder herken ik dit enorm. Ook ik hoor mezelf weleens uit machteloosheid roepen: "Zoek het dan maar zelf uit!"
"Ze snappen er gewoon helemaal niks van", verzuchten de kinderen in mijn praktijk. "En ik probeer het uit te leggen, maar ze luisteren gewoon niet. Ze denken gewoon dat zíj beter weten hoe het gaat op school, dan ik! Maar ík zit toch op school of niet dan?!" ..."En dan willen ze dat ik op zaterdag m'n schoolwerk nog afmaak. Op záterdag! Maar je moet toch ook uitrusten en leuke dingen doen?! En dat probeer ik dan te zeggen maar ze luisteren gewoon niet."
De machteloosheid overheerst, zowel bij kinderen als hun ouders. Machteloosheid is het gevoel dat de ander je niet begrijpt of niet doet wat je wil, dat je gewoon níet begrepen wordt. Het maakt je boos en verdrietig tegelijk.
Als kinderen in mijn praktijk - vaak degenen die worden aangemeld vanwege boosheid - ontdekken dat ze zich eigenlijk machteloos voelen, leer ik ze het volgende: Als je je machteloos voelt:
1. Herhaal dan wat de ander zegt.
2. Stel daar vervolgens heel veel nieuwsgierige vragen over. Net zolang, tot hij of zij nieuwsgierig wordt naar wat jíj denkt/vindt/wil zeggen.
Ouders adviseer ik hetzelfde: herhaal wat je kind zegt, zowel verbaal (de letterlijke woorden) als nonverbaal (intonatie, volume, houding). En stel daar vervolgens nieuwsgierige vragen (wie, wat, wanneer, waar, hoe... etc.). Sta open voor, en herhaal het antwoord, en stel daar je volgende nieuwsgierige vraag over.
Écht, je zal versteld staan hoeveel jouw kind al weet, kan en wíl leren, als het zich maar gehoord en gezien voelt - in wat het al kan en in zijn/haar eigen intern gemotiveerde leergierigheid!
Met mijn psychologiediploma op zak, behaalde ik in 2016 mijn diploma 'integratieve kindercoach' en in 2017 mijn diploma 'integratieve kindercounselor'. Inmiddels ben ik hard aan het leren om 'integratieve kindermediator' te worden, om uiteindelijk de 'integratieve kindertherapie' te beoefenen. “Maar wat dóe je nu eigenlijk, als integratieve kindertherapeut?” Die vraag krijg ik geregeld, en daar is geen eenvoudig antwoord op. Wat ik ‘doe’ stem ik namelijk voortdurend af op waar een kind last van heeft, hoe hij/zij dit wil oplossen en welke materialen hij/zij daarvoor wil gebruiken. Toch ga ik een poging doen om uit te leggen wat mijn werk inhoudt.
Uitgangspunten
Ten eerste werkt een integratieve kindertherapeut (i.o.) vraaggestuurd en procesgericht. De (hulp)vraag of klacht van het kind staat centraal, en ik stuur zijn/haar proces van de huidige situatie naar de gewenste toestand. Daarbij maak ik gebruik van het beeldenrijk (daar waar de dag- en nachtdromen plaatsvinden), om het zelfhelend vermogen te stimuleren. Volgt u het nog?
Vraaggestuurd en procesgericht.
Als een kind wordt aangemeld, is dat meestal met een klacht die aan de buitenkant goed zichtbaar is. Het ene kind heeft driftbuien, het andere lijkt depressief, sommige kinderen durven niet alleen te slapen, en anderen eten niet. Kinderen kunnen medisch onverklaarbare somatische klachten hebben (buikpijn, hoofdpijn, zindelijkheidsproblemen, etc.), of zich ‘onhandelbaar’ gedragen, angstig zijn, of 'onaangepast’. Geregeld blijkt deze zichtbare klacht een ‘beschermer’ te zijn, die het kind beschermt tegen een naar gevoel dat hij (nog) niet kan verdragen.
Als integratieve kindertherapeut (i.o.) help ik een kind spelenderwijs onderzoeken waar hij zélf last van heeft, welk gevoel of welke overtuiging daaraan ten grondslag ligt en wat hij nodig heeft om dit gevoel te kunnen verdragen, omarmen en integreren. Vaak ligt dat niet zo aan de oppervlakte en kan een kind dat ook niet zo maar bedenken of benoemen. Maar iets in het kind weet precies wat er aan de hand is, welk gevoel of welke ervaring nog niet geïntegreerd is. En daar gaan we naar op zoek. ‘Het kind kan het, weet het en doet het’.
Zelfhelend vermogen Daarbij maak ik gebruik van het ‘beeldenrijk’ om het zelfhelend vermogen te stimuleren. Iedereen die ooit een wondje heeft gehad, kent het ‘zelfhelend vermogen’ van ons lichaam. Bloed zorgt ervoor dat er geen infectie optreedt, er wordt een korstje (beschermer) gemaakt zodat de huid daaronder in alle rust kan herstellen, en als de huid hersteld is, valt het korstje eraf. Soms is een wond echter zo groot dat er een pleister, hechting of zelfs een operatie nodig is, voordat het zelfhelend vermogen het weer kan overnemen.
Met de geest (je psyche) werkt het net zo. Bijna alles wat je ervaart wordt ongemerkt in je dromen (in ‘het beeldenrijk’) verwerkt. Soms is iets wat je ervaart zo overweldigend, dat je meer tijd, rust en slaap nodig hebt om dit te kunnen verwerken. En soms is een coach, counselor, of therapeut nodig, omdat het zelfhelend vermogen even niet genoeg is. Voor kinderen is vrijwel elke ervaring nieuw, en gelukkig kunnen kinderen heel goed spelen en laten ze daarbij hun verbeelding de vrije loop (waardoor ze ook in spel al veel verwerken). Een integratieve therapeut (i.o.) helpt een kind in zijn of haar eigen beeldenrijk onderzoeken wat er aan de hand is, wat er nodig is, en wat een kind aan hulpbronnen heeft om het zelfhelend vermogen weer te stimuleren. We sturen het proces, maar uiteindelijk is het het kind zelf die zijn of haar eigen 'klacht' oplost. Om met een stuk meer zelfkennis, zelfvertrouwen, en zelfwaarde de praktijk weer te verlaten.
Mijn eerste jaar als zelfstandig kindercoach en –psycholoog zit vol verrassingen. Zo werd ik afgelopen maand geïnterviewd door LINDA-nieuws! Ontzettend gaaf om als kinderpsycholoog een interview te mogen geven over of en hoe je met je kinderen het gesprek aangaat over aanslagen. Gaaf, maar ook moeilijk… Want hoe leg je zoiets in een paar zinnen uit… Daarom in deze blog wat meer uitleg.
Zie hier mijn antwoord aan LINDA-nieuws: http://www.lindanieuws.nl/nieuws/kinderpsycholoog-begin-bij-kleine-kinderen-niet-zelf-over-aanslagen/
Afstemmen dus. Klinkt logisch toch? Toch blijkt dit in de praktijk lastiger dan het lijkt. Tijdens de sleuteltraining 'Hartgrondig opvoeden', komen deelnemers er vaak pas tijdens de rollenspellen achter hoe moeilijk dit eigenlijk is. Voor je het weet bedenk je een oplossing, geef je antwoord, of wordt je boos. Allemaal natuurlijke reacties die 'de deur' naar een waardevol gesprek met je kind 'dichtgooien'.
Niet voor niets heet het boek achter deze opvoedtraining 'Sleutel tot je kind'. Charlotte Visch (schrijver van dit boek en ontwikkelaar van de integratieve kindertherapie) schrijft: "Kinderen houden van filosoferen. Ze verwachten niet dat je overal antwoord op hebt, maar hebben wel de behoefte om je vragen voor te leggen. Volwassenen die pretenderen dat alle vragen van kinderen voor hen zijn bedoeld, vergissen zich en maken zichzelf belangrijker dan ze zijn." (bron: www.sleuteltrainingen.nl).
Hoe zorg je ervoor dat je niet 'de deur dicht gooit', maar een luisterend oor biedt en een klankbord bent wanneer je kinderen moeilijke vragen stellen over onderwerpen waar je ze liever nog even tegen had beschermd? Hier een aantal tips:
- Zie vragen als aanleiding tot een gesprek, niet als een verzoek om antwoord.
- Wees nieuwsgierig naar wat er in je kind omgaat: vragen bieden een kijkje in de gedachtenwereld van je kind!
- Spiegel de emotie van je kind. Dit doe je door zijn/haar lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en stemgeluid over te nemen. (Zoals je in gesprekken met volwassenen van nature al doet, let daar maar eens op!)
- Herhaal de woorden van je kind zodat hij/zij zich gehoord voelt, en zichzelf kan corrigeren. "Dus je denkt dat..." "Je wil graag weten..." "Je vind...."
- Stel open vragen die beginnen met 'wat', 'wanneer', 'waar', 'hoe', 'wie', 'welke', 'want'.
- Probeer 'waarom' te vermijden. Zeg niet "Waarom denk je dat..." maar "Dus je denkt dat... Hoe...? Wat maakt dat...? of "Want?"
- Wees niet bang voor stiltes. Kinderen hebben vaak net iets langer nodig om na te denken over een antwoord dan volwassenen. Gun ze die tijd!
Succes met oefenen! Durf fouten te maken en te lachen om jezelf. En vooral: geniet van de prachtige uitspraken, logica, zelfbedachte oplossingen en wijsheden van je kind!